Tijdens week 3 tot en met week 6, wordt feedback (klanten en meter/peter) van de eerste weken besproken en het POP opgemaakt.
Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) is een middel tussen begeleider en medewerker om te werken aan een persoonlijke ontwikkeling. In eerste plaats is het de bedoeling dat de medewerker inzicht krijgt in zijn eigen kunnen en eigen ambities en hoe deze in de toekomst dichter bij elkaar te brengen. Door te werken met een pop gaat de medewerker zichzelf beter leren kennen en onderzoeken waarmee hij aan de slag wil gaan.
Tijdens dit gesprek wordt ook het connect+ document gebruikt. Deze vormt een hechte en persoonlijke band tussen begeleider en medewerker. Hierbij neem je het verkort ICF-document. Deze wordt niet letterlijk besproken, maar het kan handig zijn om deze in het achterhoofd te houden. Wanneer de medewerker een van deze 11 onderwerpen aankaart weet de begeleider dat deze hierover moet doorvragen. Op deze manier kan de begeleider een idee krijgen of de DC-medewerker misschien meer baat heeft aan een maatregel IMW.
Als we merken dat de medewerker in aanmerking komt voor maatregel IMW, dan vindt er een indiceringsgesprek plaats door begeleider van de werkgroep ICF.
|
Documenten |